balkanexpress.reismee.nl

Dag 6: wandeling van Lovran naar Opatija en terug.

We worden met prachtig zonnig en zacht weer wakker, stellen vast dat dit het weer is waarnaar we verlangden­­­ en besluiten na het ontbijt meteen langs de Adriatische zee een wandeling te gaan maken naar Opatija en weer terug, volgens de borden met de auto 10 km, maar te voet, alle kronkelingen van de grillige kustlijn over de promenade volgend, natuurlijk meer, maar hoeveel meer?

We verbazen ons over de natuur: de planten en bomen staan er bij zoals wanneer het in Nederland volop zomer is: bloeiende rozen, blauwe en gouden regen, blaassilene, slangenkruid, overal de bedwelmend zoete geur van de bloeiende stefa­notis, brem (al bijna uitgebloeid), margrieten, ganzebloem, lelies, irissen, campanula’s, bloeiende acacia’s en jasmijn, in de tuintjes afrikaantjes: teveel om op te noemen!

In Opatija willen we onze internetverbinding verbeteren. Ko moet van zijn smartphone een hotspot zien te maken en Bram wil een Kroatische simkaart voor zijn dongel. Na bijna 2 uur lopen besluiten we ergens naar boven te lopen naar waar de auto’s rijden om te zien of we al in de buurt van Opatija zijn en …….. dat is niet steeds niet het geval.

In Opatija krijgen we – toeval?- van twee bijverdienende studenten elk een Tele 2-simkaart aangeboden en zij helpen ons een winkel te vinden. Bram kan die goed gebruiken, maar de kaart blijkt niet te passen in z’n smartphone en bovendien moet er een bundel voor bijgekocht worden. Dat lukt, maar de activering zal in Rijeka moeten gebeuren, waar we een dag later naartoe zullen gaan. We nemen afscheid van de studentes, kopen een brood en lunchen in een parkje met uitzicht op zee.­­

Na de lunch keren we huiswaarts via de promenade, af en te schuilend voor een bui of genietend op een bankje en terug in Lovran, als Ko even rust neemt i.v.m. zijn pijnlijke knie, ziet Bram op zijn pedometer dat er 24.076 stappen zijn gezet. Thuis aangekomen blijken het er 25.086 te zijn geweest: 2,5 zoveel als Bram in het kader van zijn hartrevalidatie elke dag moet lopen.

Dag 5: Van Krumpendorf naar Lovran (Kroatië)

In Krumpendorf hielden we een rustdag, onder meer vanwege de steil uit de lucht gutsende regen. We sliepen in het aangename appartement van de moeder van een collega van Ko en na het zo achter gelaten te hebben zoals we het aangetroffen hadden reden we, nog steeds in de regen en zonder enig uitzicht richting Lovran in over de Karawanken. Aanvankelijk waren we van plan het natuurpark rond de Triglav (met 2864 m de hoogste berg van de Julische Alpen, door Bram 50 jaar eerder beklommen met een vriend) aan te doen, maar daar zagen we toch maar van af. Via de Loiblpas bereikten we Slovenië, met iets beter en vooral zachter weer.

Daardoor heen rijden, naar de hoofdstad Ljubljana, stelden we vast, dat we van dat nieuwe land eigenlijk heel weinig wisten: afkomstig uit het voormalige Joegoslavië zonder veel binenlandse problemen en zonder veel conflicten met het grensland Kroatië als eerste onafhankelijk. Later ook als eerste voormalige Joegoslavisch land lid van de EU en met de euro als munt.

Een uitstapje in Ljubljana leerde ons, na de koffie met een kwarktaartje met frambozen, dat er nog nooit iemand een goed verhaal had gehad na het eten van een salade, maar wel na het drinken van bier. Voor luidruchtige, blerende en/of niet-opgevoede kinderen in een restaurant hadden ze ook een oplossing: een flinke tequila. Verder maakten we op weg naar de boven de stand gelegen burcht - met daarin een tentoonstelling over de historie van Slovenië – kennis met Vodkin, een gevaarlijke Sloveense watergeest die alleen tevreden te stellen was met een offer en dan ongevaarlijk was. Vodkin was dus een collega van de 'bullebak' een minstens net zo gevaarlijke watergeest in West-Friesland die kleine kinderen het water introk als ze te dicht bij de oever kwamen, een geest waarvan Ko het bestaan langer erkende dan Sinterklaas.

Bij het passeren van de Sloveens-Kroatische grens (de negende!) moesten we voor het eerst onze paspoorten laten zien.

Precies op het afgesproken tijdstip bereikten we om 18.00 uur in mooi, zacht weer het appartement, waar we 2 nachten zouden blijven, onder meer omdat Bram nog steeds niet verlost was van de griep en de verkoudheid die hij vanuit Nederland meegenomen had en die zich intussen uitgebreid had met een voorhoofdsholteontsteking.

Dag 3: van Engen (Duitsland) naar Krumpendorf (Oostenrijk aan de Wörthersee), van 218312. naar 218968 km (= 656 km).

We stonden om 07.00 uur op en gingen ons wassen en ontbijten in de Raststätte, terwijl al onze elektronische apparaten ook gevoed werden.

Al snel bereikten we de noordkant van de Bodensee en Friedrichshafen leek een geschikte plek om voor onszelf een kopje koffie te maken (met onze waterkoker waarin het water via de sigarenaansteker verwarmd wordt). Meteen een heerlijk zacht klimaat, in de lucht een Zeppelin en op het water naar en van het Halbinsel Mainau - subtropische plantengroei! - heen en weer varende ponten.

Het heerlijke weer nodigde ons uit een wandelingetje langs het meer te maken onderlangs het zomerverblijf van Herzog von Würtenberg (zie foto's).

De route ging vervolgens langs Lindau, Innsbrück, de Brenner en door Noord-Italië (6e grenspassage) richting Spittal en Villach.

Dwars door Oostenrijk kregen we de mooiste uitzichten op de bergen rond de 3000 m: vol beladen met vrachten verse sneeuw. Er was, uitzonderlijk voor deze tijd van het jaar, zoveel gevallen, dat er in sommige gebieden dagen geen auto- en treinverkeer mogelijk was geweest. Van dat witte spektakel maakten we met onze smartphones videao-opnamen met geluid, een poging tot minutenlange roadmovies (tunnel uit, besneeuwde bergen, tunnel in, tunnel uit, besneeuwde bergen etc.). Dit was waarvoor we o.a. vertrokken waren!

Tanken in Italië bleek lastig op zaterdagmiddag zonder de vereiste pas en met een vrijwel lege tank bereikten we Oostenrijk, waar de diesel 43 cent goedkoper was dan in Italië.

Een blik op de Weissensee, waar Nederlanders successen vierden bij het rijden van de alternatieve Elfstedentocht, wilden we ons niet laten ontgaan.

We roken de stal (het appartement van de moeder van een collega van Ko) en reden door tot we er omstreeks 21.00 uur waren.

Dag 2 Obbicht (L) - Raststätte Mergau Engen (Dld) Km 217674 -218312 (= 638 km)

Bij het ontbijt de stand van de landbouw met Jaap besproken (niet best) en al bijna verdwaald in Limburg vooordat we de snelweg vonden richting Maastricht, Luik. Bram wilde kilometers sparen door niet de ring maar dwars dooor Luik te gaan. Toen hherinnnerde hij zich het station, ontworpen door Calatrava, ook bekend van de roestende bruggen in de Haarlemmermeer. Omdat ons uitgangspunt is dat de reis belangrijker is dan het doel meteen koers verlegd richting station. Prachtig gebouw en samen de constructie bekeken (foto's). Binnen bleek er ook nog een expositie van Dali te zijn (foto's) maaar dat werd ons toch te gortig. Dus door richting Luxemburg en daar ergens langs de snelweg broodjes gemaakt (foto's) Verder richting Straatsburg met eindelijk een zonnnetje, bloeiend kooolzaad op de akkkers en Bach uit de casetterecorder: Bram blij. Gaandeweg werden de silhouten van het Zwarte Woud zichtbaar met sneeuw op de topppen. Dwars dooor Straatsburg de Rijn over. Al na 100 meter bij de eerste de beste Biergarten gestop:Bier en Currywurst XXL Schärfe ohne Kompromisse (foto's). Taalkundige improvisaties gemaakt op "ohne Kompromisse".

Laat in de middag het Zwarte woud dooorgestoken en bijna tot de Bodensee gekomen. Op Raststätte Mergau de auto ingericht vooor de nacht en daar prima geslapen.

Etappe 1 van de eerste drie dagen.

Donderdagmiddag om 15.00 uur vertrokken we, de Dodge-bus van Ko volgestouwd, vanuit de Druivenstraat in Amsterdam-Noord.

Ko had eerst zijn spullen in de bus geladen en daarna kwamen de mijne erbij. Zijn zaaigoed werd bij mij voor een maand in de kas geparkeerd en samen met mijn planten moeten die het geheel zelfstandig met de sproei-installatie zien te redden.

Met een minimum aan overleg hadden we op elkaar afgestemd wie wat mee zou nemen voor gezamenlijk gebruik en dat bleek na drie dagen redelijk goed uit te pakken.

De eerste etappe ging naar Jaap, een broer van Bram, die in Limburg (Obbicht) een geslaagd boerenbedrijf had weten op te bouwen en die zijn boerderij had overgedaan aan zijn jongste dochter Marjan, die het geheel probeert te exploiteren naast een baan van vier dagen als interim-juriste op uitleenbasis bij Nederlandse gemeenten. Maar eerst werd er t.b.v. van Ko nog even, in de stromende regen, een bezoek afgelegd aan de naast de (voormalige) Hervormde Kerk van Grevenbicht gelegen pastorie (met absurd grote tuin) waarin Bram met z'n ouders en broers en zusters gewoond had voordat hij ging studeren.

Ko had met z'n agrarische achtergrond oprechte belangstelling voor (de geschiedenis) van het prachtig aan de Maas gelegen bedrijf en was voor Jaap een interessante gesprekspartner. Na de door Marjan zelfgebakken Limburgse vlaai en de door Jaap gemaakte spaghetti-bolongnaise ging het verder met Jaap naar z'n andere boerderij in Merkelbeek (16 km zuidelijker richting Brunssum), maar niet nadat Chris, zoontje van 1,5 jaar en het jongste kleinkind van Jaap, zijn vrachtwagen met aanhanger met een forse duw naar de overkant van de tafel had gestoten en met succes een net gevulde kop koffie in het kruis van Ko had gekegeld. Jammer: zijn enige broek voor de komende maand (grapje!). Chris zat roerloos op de schoot van Jaap, verbouwereerd als hij was door de consternatie die er om hem heen ontstond, en begon misschien voor het eerst van zijn leven iets te begrijpen van het soms moeilijk vast te stellen verband tussen oorzaak en gevolg.

In Merkelbeek kregen we ook een rondleiding op het bedrijf, waarvoor Jaap een koper tracht te vinden en daarna was het geszellig kletsen aan de keukentafel, o.a. met de door Ko uit Spanje meegenomen aguardiente.